top of page
  • Amies

Kus in de ruimte

Liefste,

Ik zou je zo graag schrijven, hoe zeer het me spijt… maar dat gaat niet. Dit gaat namelijk verder, dieper dan spijt. Hoe vertel je de man die jou volledig vertrouwt, dat je Russisch roulette hebt gespeeld en zonder dat hij het wist, de loop indirect op hem was gericht. Hoe vertel je hem, dat je verkeerd gegokt hebt, dat ontwijken geen zin heeft, te laat is… de kogel is namelijk al lang onderweg.


******


Het uitzicht is overweldigend, doodeng maar haar schoonheid ontroert me en over drie uur ben ik dood. Ik ben de paniek inmiddels wel voorbij want ontsnappen is onmogelijk. Ik overzie de nacht die zij ondergaat. Hij ziet er rustig uit, zoals alles vanaf hier rustig lijkt. Ik kan het einde van haar nacht zien, maar zal hem zelf niet halen. Zou ze op het balkon staan en naar me kijken zoals ze beloofd heeft? Ik zwaai naar haar en stel me voor hoe in de verte mijn silhouet afsteekt tegen de maan. Ze blaast me een kusje toe en fluistert dat ze me mist. Ze vraagt me snel weer thuis te komen, geen weet van mijn naderend eind. Natuurlijk ziet ze me niet, sukkel. Tussen hemellichamen speelt dat van een mens geen rol van betekenis. Wat heb ik hier in godsnaam te zoeken? De Maan is niet van kaas, er leven geen mannetjes op Mars en het leven is te kort om uit dit zonnestelsel te komen. Hier is niks. De ruimte is immens maar er is geen plaats om mens te zijn. Haat, liefde, passie, angst, verdriet, jaloezie, wat kan ik ermee? Daar beneden op dat bolletje is meer plaats voor mij dan hier. Was meer plaats. Lucht!


******


Hij was mijn minnaar maar zeker niet de liefde van mijn leven. Ik weet dat ik al mijn geloofwaardigheid heb verloren maar liefste, geloof me als ik zeg: ‘Dat was jij.’ Des te moeilijker was het te verdragen, dat je maar zo weinig tijd voor me had. Het leeuwendeel daarvan ging immers naar je passie. Je werk. We reisden samen, als je voor een congres naar het buitenland moest, omdat je me in de buurt wilde hebben zoals je zei, maar meestal draaide het erop uit dat ik avond na avond alleen in het restaurant zat. Tja, daar kwam ik hem dus tegen. Een man uit dezelfde stad als wij.. We raakten aan de praat en konden elkaar vinden in het feit, dat niets zo eenzaam kan zijn als een driegangen diner in een vijfsterren restaurant. Een tafel met slechts één couvert. Hij vertelde me over zijn vrouw die na een slepende ziekte overleden was. Naïef en ongesproken ging ik er vanuit dat ze kanker had. Sero positief kwam niet in mijn hoofd op. En dan na maanden staat ineens de kille waarheid op de stoep. Hij zag eruit, alsof de man met de zeis al over hem heen had geademd. De hufter bleek het al meer dan een jaar te weten. Toen ik hem zwijgend uitliet, keek ik mijn voorland na. Zwak, ziek, zwerend maar vooral zo ontzettend dood, ver voor het tijdstip van overlijden op de akte staat. Nadat jij aan je reis begon, heb ik zelf bij de huisarts een test ondergaan. Verrassend hoe snel je op de lijst van ‘afgeschrevenen’ staat. Althans, zo voelde het voor mij. Naast de uitslag, een hoop folders en ander papierwerk, kreeg ik een strip met slaaptabletten mee. ‘Dat is nooit genoeg,’ was het enige wat er door me heen ging. Vandaar dat ik bij de apotheek hier om de hoek nog twee doosjes ben gaan halen. Ik wil geen risico lopen. Kan en wil deze strijd niet aan. Des te meer omdat ik weet, dat het een eenzaam gevecht zal worden. Door eigen schuld.


*******


Angstwekkend groot is de maan. Zo anders dan die lamp in de lucht, die zorgde voor de glinsteringen op het water bij onze nachtelijke uitstapjes. Onze nachtelijke uitstapjes waar we droomden van reizen naar de sterren, hoe verder hoe beter, als we maar samen waren. Die dromen hadden wij, jaren geleden. De romantiek daarvan is in de loop der jaren vervaagd naarmate het duidelijker werd dat ik die reis alleen zou maken. Dat ik hem zó alleen zou maken had echter niemand verwacht. Je teleurstelling moet groot geweest zijn en toch ben je altijd achter me blijven staan. En waarom? Om morgen in de krant te lezen; Astronaut zweeft door ruimte na breken levenslijn of Ruimtewandeling wordt astronaut fataal en in de achtergrondartikelen Lichaam astronaut wordt vallende ster. De aantrekkingskracht van de aarde zal mijn crematie verzorgen. Als ik terug kon komen zou ik alles anders doen.


*******


Ik ga je niet vragen om mij te vergeven, omdat ik je niet nog eens met onzuivere gevoelens wil opzadelen. Kan met mezelf niet meer leven, dus verlang dat ook niet van jou. Hier stopt het. Het is beter als onze ogen elkaar niet meer ontmoeten, omdat de pijn erin onoplosbaar en daardoor onverdraaglijk is. Misschien ooit, in het hiernamaals. Als het zeer gesleten is.


*******


Ik zou willen dat ik kon zeggen dat je bij me bent voor mijn gevoel, maar daarvoor mis ik je te veel. Zul jij mij missen? ‘Zul je me missen?!’ De confrontatie met de stilte doet me pijn. Langzaam bekruipt mij weer het gevoel van onmacht, een naderende paniek. Ik ga dood en zo verschrikkelijk alleen. Het wordt me te veel. Deze ruimte is te groot of mijn hoofd te klein voor mijn gedachten. Weet ik veel, ik moet hier weg. Nu! Ik verafschuw het pak dat mij nog langer in leven houdt. Het is mooi geweest, ik trek het uit. Lieve schat, als jij me ziet branden in de dampkring, wens dan het beste voor jezelf.




x

Recente blogposts

Alles weergeven

Vrije lijnen

‘Meester, ik heb een vlinder getekend.’ Ik staar naar het lege vel dat voor hem op tafel ligt. ‘Een vlinder? Maar ik zie helemaal niks.’ ‘Nee, niet daar,’ lacht hij alsof ik iets heel doms gezegd heb.

Ik wil niet naar een warm land.

‘Blaas dan! Is dit alles wat je kunt? Blaas dan, stom…’ Whoeiiiiiii. Met een harde plons beland ik tientallen meters verder in zee. Klets, nat, pak, aan! Te vroeg. Dit had ik niet verwacht. Nog niet.

Zoo

‘Maar meneer, ik wil niet terug!’ jammert hij, ‘het is daar zo kil en koud en ik word er ziek, hoor maar…’ Even kucht hij gemaakt. Ik stap stevig door over het parkeerterrein richting ingang. Bij de i

bottom of page