- Amies
Zonder tranen
Het schoolplein lijkt verlaten, maar achter het klimhuis verscholen staat een jongetje. Het is een jongetje met een bloedneus. Hij heeft niet altijd een bloedneus, maar wel vandaag omdat twee grote jongens op een fiets dat wilden. Naast hem op de grond ligt een vertrapt lieveheersbeestje dat eerder nog op zijn vinger wandelde. Of hij ook even met het beestje mocht spelen, had de grootste hem gevraagd. Het mocht. Zijn vader is hem vandaag niet komen halen en hij begrijpt niet waarom. “Papa, papa, papa waar ben je?” Fluistert hij haast onhoorbaar. Papa geeft geen antwoord. De zon staat steeds lager en in de verte hoort hij de jongens. Het lijkt wel of ze terugkomen. “Papa, papa kom dan”